Wat is het toch fascinerend, hoe de menselijke geest – hoe míjn geest – van het ene naar het andere onderwerp rent. Associatief denken, heet dat. Ik noem het liever een soort veredeld ijsschots-springen. Van groene weilanden met waaiende wolkenluchten naar hazen met lange oren. Van hazen naar Zen-boeddhisme. Van Zen naar pleegzusterbloedwijn.
Huh?
Pleegzusterbloedwijn dus. Mooi Wordfeud-woord. Maar wat betekenen die aaneengeschakelde zelfstandige naamwoorden eigenlijk? Pleegzuster – daar wordt ongetwijfeld een verpleegster mee bedoeld. En iedereen weet natuurlijk wat bloed en wijn zijn. Maar die combinatie is werkelijk heel eigenaardig: pleegzusterbloed-wijn: wijn van het bloed van de verpleegster. Niet erg smakelijk, en als dat drankje bedoeld is om aan te sterken, werkt het waarschijnlijk alleen bij vampiers.
Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest van de marketing-mensen die dit medicinale opkikkertje in de markt zetten. Maar dat is al zo lang geleden dat pleegzusterbloedwijn inmiddels een eigennaam is geworden, die je uitspreekt zonder al te veel associaties.
Ikzelf associeer ondertussen verder: van pleegzusters naar nostalgische zwart-wit televisie. Van tv naar Hetty Blok, van Hetty Blok naar fuchsia’s, van fuchsia’s naar –