Het is zomer. De stad ademt langzaam uit – pfff – en komt tot rust. Of toch niet helemaal: voor wie het horen wil, en trouwens ook voor wie het niet horen wil, zwermt er een opgewondenheid door de straten en parken. Want dit is geen gewone zomer, het is een sportzomer.
Het ene na het andere niet-te-missen sportevenement rolt over ons heen – waarbij ik moet denken aan de beroemde filmscène waarin het ronde rotsblok Indiana Jones dreigt te verpulveren. Op dit moment is de Tour de France aan de beurt. Hé-ro-isch. Í-co-nisch. Dat zijn favoriete termen van de verslaggevers die de Tour verslaan. Immers je hebt de allergrootste woorden nodig om te beschrijven wat voor bijzonders hier wel niet gebeurt. Al in de eerste dagen werd een ab-so-lúút hoogtepunt bereikt. Het begon te hagelen en midden in die hagelbui won een Nederlandse renner de etappe.
Gefeliciteerd, knap gedaan. Maar zulke kale zinnen doen geen recht aan zo’n é-pische ritzege. Want de omstandigheden – hagelstenen, blote rennersbenen, onzomerse temperaturen – waren a-po-ca-lyp-tisch.
Apocalyptisch. Laten we dat woord even bekijken. Het is het bijvoeglijk naamwoord dat bij `Apocalyps’ hoort, oftewel `het einde der tijden’. Ja, inderdaad: zo kun je zo’n hagelbuitje het beste beschrijven, als een code rood in het kwadraat dat het einde van de wereld as we know it aankondigt. En wie in zulke omstandigheden toch nog een touretappe wint – die is pas écht een held.
Ik maak me toch zorgen over de sportverslaggevers (en andere mediatypes) die stapje voor stapje steeds hoger op de overoverovertreffende trap zijn geklommen. Als kwalificaties zoals `heftig’ en ‘loodzwaar’ zo zijn uitgehold dat ze saai zijn geworden. Als ook `spectaculair’ niet meer voldoet en je wel je toevlucht moet nemen tot apocalyptische beschrijvingen. Dan ben je zo langzamerhand helemaal op de bovenste trede van die overtreffende trap aangekomen en is er geen volgende, hogere trede meer over.
Wat gebeurt er dan bij de volgende overwinning in moeilijke omstandigheden? Dan zijn er geen woorden meer. Letterlijk. Je ziet het voor je: de verslaggever die zoekt naar een passende beschrijving voor alweer, alweer, alweer zo’n voor eeuwig in het geheugen van de mensheid gegrift moment. Tastend zijn voet over de rand van de bovenste overtreffende trede steekt. En naar beneden kukelt, zo het luchtledige in. Pfff.