Heimwee – een kalm, elegant woord voor een slepende, lispelende emotie. Een ouderwets woord dat in de jaren vijftig met de boot de oceaan overstak om in het nieuwe land droevig naar een verbleekte zwart-wit foto te staren.
Heimwee was een woord waar ik om lachte – tot ik een tijd in Amerika woonde. Ik miste de Volkskrant, terwijl ik thuis haast nooit de Volkskrant las. Ik miste drop, terwijl ik thuis haast nooit drop at. Maar het meest van alles miste ik het witte wasgoed dat wapperend in de wind aan lijnen hing te drogen.
In Amerika ging alle was in de droger, waar sokken, handdoeken en T-shirts in een eindeloze werveling ronddraaiden tot ze gortdroog waren. Als je de droger dan openmaakte, had je wasgoed een chemische kauwgomballenlucht.
Nee, dan de Nederlandse schone was – die rook naar wind, naar zon en naar idyllisch gras.