Er bestaan veel overbodige uitdrukkingen, die ondanks hun nutteloosheid vaak razend populair zijn.
Overbodig, omdat ze niets betekenen. Het zijn lege uitdrukkingen met een opgezwollen imago. Uitdrukkingen als suikerspinnen – een hele mond vol, maar als je doorslikt blijft er niets van over.
Een voorbeeld? Wat denk je van het oer-Hollandse `op is op’? Favoriet bij grote en kleine winkeliers. `Op is op’ zetten ze met rode letters op hun etalage, met chocoladeletters in hun reclamefolder.
Daar kan niemand iets tegenin brengen. Als iets op is, is het op. Dat snapt zelfs het kleinste kind. En omdat niets in deze wereld oneindig is, komt er altijd een moment dat een voorraad, een ding, een gevoel `op’ is. Waarom moet iets dat iedereen weet, dan toch zo nadrukkelijk vermeld worden?
Winkeliers, de schatten, denken dat ze met hun geliefde `op is op’ de klanten prikkelen om snel naar de winkel te rennen en te kopen, kopen. Voordat het op is.
Zou er iemand zijn die daarin trapt?