De actualiteit is razendsnel, dus ik ben al bijna te laat. Maar het is een te mooi onderwerp om te laten liggen: een gewoonlijk taalvaardige premier die de razernij van velen op zijn hals haalt door een ongelukkige woordkeus.
Wat gebeurde er? Rutte bezoekt Syrische vluchtelingen in een kamp in Jordanië en vertelt de meegereisde pers: “Ik vind het zo leuk om in hun huisje te kijken.” Ai, zelfs zonder dat je ook maar iets van de verdere context weet, voel je dat dit een faux pas van jewelste is. Commotie dus, heel veel mensen vonden deze uitspraak onkies, ongevoelig of zelfs dom.
Waarom roepen die woorden zo veel weerstand op? In die ene korte zin zitten twee joekels van pijnpunten: `leuk’ en `huisje’. Laten we beginnen bij `leuk’ – een stopwoord van velen, dat toch vooral gebruikt wordt voor de lichtere zaken van het leven. Een vakantie is leuk, een uitstapje, je nieuwe collega, een gezamenlijke familielunch, de rode hoge hakken van een vriendin, een boek – allemaal leuk. Soms is er een sarcastische ondertoon, dan is `helemaal niet leuk’ de achterliggende boodschap. Het is niet uit te sluiten dat dat in het Libanese vluchtelingenkamp ook aan de hand was, maar erg waarschijnlijk is het niet. Onze premier is immers iemand die uitblinkt in positivisme en zich vrijwel nooit op sarcasme laat betrappen. Als het gaat om mensen die in plastic tenten wonen, waar het in de zomer bloedheet is en in de winter ijskoud, is het duidelijk dat `leuk’ volkomen misplaatst is.
Dan het tweede aanstootgevende woord, `huisje’. Mijn eerste associatie is met het sprookje over Hans en Grietje: knibbel, knabbel, knuisje, kom eens in mijn huisje. Mijn tweede associatie is met de kabouterhuisjes in de Efteling, een nogal ouderwetse en niet dynamische attractie waar heel jonge kinderen kunnen meemaken hoe het dagelijks leven van de kabouters eruit ziet. Mijn derde associatie is met arrogantie en neerbuigendheid: Ach, wat heb jij hier een gezellig huisje ingericht te midden van al die ellende. Fout, fout, fout.
Ik stel me voor dat de premier dat zelf ook best weet, en dat de woorden hem ontglipt zijn. Een teken van zijn ongemak, en misschien van zijn emotie, denk ik dan maar. In andere situaties, hoe moeilijk ook, ontglippen de woorden hem immers nooit.