Vijf, zes weken heeft het geduurd. Loomheid lag als een zachte deken over de stad. De straten roken naar lindebloesem en zon, en mensen die niets dringend te doen hadden slenterden langs de bloeiende stokrozen– met een glimlach om hun mond. Weinig auto’s, weinig fietsen – ook zonder goed uitkijken bij het oversteken had je een aardige kans om heelhuids aan de overkant te komen.
En het geluid, het geluid van de stad, dat was echt anders. Een zacht tevreden hummen, op een enkel moment kortstondig opgeschrikt door het gebrul van een midlife motorrijder. En ’s avonds in de verte het geplop-plop van vuurwerk aan zee. Als er ooit een tijd voor dromen was –
Vandaag weer naar kantoor, mooi jurkje aan dat de bruine tint goed doet uitkomen. Hoe krijg je in hemelsnaam die volle mailbox ooit weer leeg? Kinderen worden naar school gebracht, de straat vol het schoolplein staat vol auto’s met draaiende motor. Oversteken is nog niet zo makkelijk. De stad humt niet meer, dat is iets van lang geleden. Nu zoemt het overal, zelfs op de stilste plekken, als een elektrisch geladen apparaat, met onverwachte schrille uithalen dat doet denken aan een nieuwe vorm van house. Misschien nog niet zo slecht. Nostalgie is fijn af en toe, maar als je niet oppast verzink je erin als een prinses in al te zacht beddengoed. Als er ooit een tijd voor actie was –
Relaxxxx
De stad heeft een korte broek aan, of een kek rokje, slentert met een ijsje in de hand, en zit de hele avond op een terras. Zin in werken heeft de stad niet, en een middagsiësta hoort er echt bij.
De stad is loom, of lui – het is maar hoe je het bekijkt. En eigenlijk is dat helemaal niet erg, want het is toch vakantie? En genieten is het allerallerbelangrijkste, dat hangt met grote letters in de lucht –vlak boven de daken zodat iedereen het goed kan lezen.
Grappig hoe zo’n stad met een paar dagen zomer helemaal van karakter verandert. Verkiezingen? Hmmm, daar zullen we later misschien eens over nadenken. Werken? Wie weet worden we wel ontslagen, maar daar kunnen we ons nu niet druk over maken. Drukdrukdruk? Dat is alleen voor uitslovers.
Nog een snufje klimaatverandering erbij en dit soort hete dagen wordt doodgewoon – ben benieuwd wat dat voor effect zal hebben op de arbeidsproductiviteit, en op het bruto nationaal geluk.
Stille stad 2
De stad is ook stil omdat de vogels stil zijn. De zwaluwen zijn vertrokken naar een warmer land en de merels en alle kleine zangvogels zwijgen nu ze hun kinderen hebben grootgebracht. Eksters, parkieten en meeuwen doen hun best om toch nog wat leven in de brouwerij te brengen. Ze schreeuwen me ’s ochtends vroeg al wakker.
Arme schreeuwer, hun schrale geluid haalt het niet bij de zomerliedjes die een paar weken geleden nog overal klonken.
Als ik ’s avonds langs de duinen fiets, hoor ik – niets. Zo heeft hoogzomer dan toch iets kaals, iets armoedigs. Als de zon schijnt, schijnt hij fel. Alle bomen zijn nog groen, maar door die zwijgende vogels hangt er al iets van herfst in de stad. De spinnen voelen het ook: op mijn balkon en in de tuinen weven ze al hun web.
Stille stad
Iedereen is op vakantie en dat heeft een belangrijk voordeel: de stad is stil.
Natuurlijk, hoewel veel inwoners naar Frankrijk, Terschelling, of naar de camping zijn vertrokken, komen anderen juist weer hier hun vrije dagen doorbrengen. Toch is het saldo positief: er zijn minder mensen in de stad – op de terrassen, in de parken, in de tram. Op de fietspaden kan ik doorrijden, bij de bakker hoef ik niet te wachten. In de modewinkels hangen verkoopsters kauwgom kauwend over de toonbank – er zijn nauwelijks klanten om hen te verlossen van het laatste restje uitverkoop.
De stad heeft nu een aangenaam tempo, er hangt een sfeer van laat-maar-even-waaien. De stresserige angel is uit het dagelijks leven. Ik vind dat fijn, van mij mag het altijd vakantie zijn.
Bonus
Na heel veel regen komt toch nog een zomer. Iedereen heeft het opeens over een Indian Summer. Wat een mooie uitdrukking, daar hoort een beeld bij van dagen vol wazig licht en spinnenwebben.
Indian Summer: eigenlijk is dat een verwarrende term, want inmiddels is het toch echt herfst.
Maar we snappen het wel, het is nu de zomer ná de zomer, precies op het moment dat we de moed hadden opgegeven. Dat we helemaal geen zonder-jas-op-de-fiets-dagen meer verwachtten.
Een nog beter woord voor deze dagen:
bonus-zomer.
Klik hier voor een bijpassend bonus-liedje.
Achterhoofd
Zonnebloemen hebben een gezicht. En een achterhoofd.
Ze doen me altijd denken aan De tuinen van Dorr, een sprookje van Paul Biegel. Daarin verandert het hulpje van de tuinman in een mooie bloem. Zijn geliefde, de prinses, oogst elke herfst het zaadje dat zijn hart is om dat in het voorjaar weer te zaaien. Complicerende factor is een heks, die het hele land beetje voor beetje verdort. Uiteindelijk komt het goed, zoals het in een sprookje hoort. Je zou willen dat dat in de echte wereld ook zo altijd zo was.
Zeehonden
Hij zat in een elektrische rolstoel op de stoep bij het kruispunt, een donkerblauwe deken over zijn benen. Zijn weinige haar was netjes naar achteren gekamd, zijn jas had hij hoog dichtgeknoopt. Het was fris. De wolken joegen achter de zon aan terwijl de auto’s op de drukke weg voorbijreden. Stopten voor het verkeerslicht. Optrokken, langsreden.
De man volgde de auto’s alsof hij toeschouwer bij een spannende race was. Stoppen, rijden, rijden stoppen.
Af en toe werd zijn aandacht even afgeleid, als het fietsstoplicht groen werd. Dan kwamen de fietsers van de ene kant van het kruispunt naar de andere kant. Snel, snel, de auto’s wilden door.
Een stel jongens wachtte aan de overkant op hun fiets. Nat haar, blote voeten op de trappers, een surfplank onder hun arm. Ze droegen wetsuits. In dat grijze, glanzende rubber leken ze wel gespierde, soepele zeehonden.
Het fietslicht werd groen, de jongens fietsten de weg over, pal langs de man in zijn rolstoel.
Zoel
Het was een zoele avond.
Mooi ouderwets woord – zoel. Ongetwijfeld heeft het dezelfde wortels als zijn synoniem `zwoel’. Maar dit is eleganter, mysterieuzer, het is een woord dat emoties en sferen oproept die niet in taal te vangen zijn.
In de schemering fietste ik langs het park. De bomen roken naar mist en naar kleurend blad. Een onverwachte vochtige, koude luchtvlaag vlocht zich door de warme avond heen. Plotseling was de herfst dichtbij.
In de verte riep de uil die in het bos leefde en die `s nachts boven de stad uit jagen ging.
Waterland
Zomergeuren
Zelfs als het regent, zelfs als de bomen al bijna uitgebloeid zijn – de lindebloesem is de heerlijkste zomergeur. Een heimweegeur, die verlangen oproept naar iets ongrijpbaars, iets dat geen naam en geen vorm heeft. Als ik in de schemering langs de lindes fiets die overal in de stad staan, word ik erdoor omgeven – soms zou ik bijna hetzelfde stukje terug willen fietsen om nog een keer te ruiken.
Maar de zomer is ook: de geur van de zon op bruinverbrande huid – ozon. En van vochtige aarde, als na lange droge dagen de regen weer komt, of die speciale lucht van de eerste regen op door de zon verwarmde bakstenen.
De geur van ouderwetse, grote rode en roze rozen die maar een dag bloeien en dan hun blaadjes al laten vallen. De vreemde kruidige geur van plakkerige petunia’s en van goudsbloemen, allebei onmiskenbaar eigen.
Gemaaid gras natuurlijk. Aardbeien. En zonnebrandcrème. En de zoute, schone lucht van de zee.