Elke keer als ik mijn keuken in loop, zie ik de zin. Elke keer ben ik dan weer blij. De zin hangt sinds kort aan de muur, en is een kunstwerk van Simone de Jong. Uitgesneden in zink, in haar eigen mooie handschrift.
Ik loop altijd aan de zonkant van de straat.
En zo is het.
Sneeuwfiets
Au!
Afleiding
Eigenlijk zou ik iets moeten schrijven over `de stekker eruit trekken’, `een kabinet laten knallen’ of `over je schaduw heen springen’. Maar steeds als ik vanachter mijn bureau naar buiten kijk, zweeft een roze wolk mijn gezichtsveld binnen.
Zelfs op een grijzige dag als vandaag wordt er in de tuin van de benedenburen een romantisch feest gevierd. Het begon ongeveer twee weken geleden, toen verscheen de allereerste, brutale bloesem aan de prunus. Een paar bloemen, niet meer. Daarna een hele tijd niets, en toen, drie, vier dagen geleden, ging het opeens snel. Elke dag, nee elk uur waren er meer bloemen te zien. Ik moest er steeds even naar kijken. En nu de boom een en al roze elegantie is, kom ik haast niet meer aan werken toe. Het beste zou zijn om alle afspraken af te zeggen en alle deadlines uit te stellen, en mijn stoel voor de balkondeuren te parkeren. Kijken, kijken – net zo lang tot de wind alle roze blaadjes verwaait.
Motto
Voetstappen
Mooi, die sneeuw. Vooral als je de eerste bent die je voeten in die knisperende, puur-witte substantie zet. Maar in de stad heb je daar weinig kans op. Overal voetstappen, naast elkaar, overlappend, of bovenop elkaar. De sneeuw is platgetrapt en besmeurd, elk knispertje is verdwenen.
Wat wonen er veel mensen in de stad! Dat weet ik natuurlijk wel, maar de sneeuw maakt het pas echt zichtbaar.
Alleen op het dakje van het schuurtje staan geen voetstappen. Wel vogelpootjes.
Langbeen
Alles stroomt
De mooiste dagen zijn de dagen waarop het einde al zichtbaar is: van de zon, het licht, de speelsheid. De dagen waarop elk neervallend blad kostbaar is, omdat het een van de laatste is, omdat het een hele lange winter gaat duren voordat het nieuwe groen verschijnt.
Melancholie heet dat. Of weemoed, een woord dat met die langgerekte klinkers al afscheid aan het nemen is voordat je het hebt uitgesproken.
Eetbare stad
Achterhoofd
Zonnebloemen hebben een gezicht. En een achterhoofd.
Ze doen me altijd denken aan De tuinen van Dorr, een sprookje van Paul Biegel. Daarin verandert het hulpje van de tuinman in een mooie bloem. Zijn geliefde, de prinses, oogst elke herfst het zaadje dat zijn hart is om dat in het voorjaar weer te zaaien. Complicerende factor is een heks, die het hele land beetje voor beetje verdort. Uiteindelijk komt het goed, zoals het in een sprookje hoort. Je zou willen dat dat in de echte wereld ook zo altijd zo was.