Een park op een lentedag met zacht licht. De wind beweegt de takken, zodat het pad een netwerk van bewegende schaduwen is. Alles is groen, alles bloeit. Een merel zingt luidkeels over de liefde.
Ik denk aan een land dat best paradijselijk genoemd zou kunnen worden en aan de inwoners, die dat meestal anders zien. Een schaduw strijkt kort neer op mijn gezicht, vliegt weer verder. Ik denk aan al die andere landen waar mensen, vrijwel ongezien door de buitenwereld, voor hun vrijheid en leven vechten.
Een man in een donker pak komt me tegemoet, rustige tred, kaarsrechte rug, zijn gezicht naar de zon. Lunchpauze, stropdas even los, even naar buiten. Als we elkaar dichter naderen, hoor ik dat hij iets zegt, steeds dezelfde zin achter elkaar. Dat is een vreemd telefoongesprek.
Ik ben vlak bij hem en versta zijn woorden: `Om mani padme hum’ `Om mani padme hum’, `Om mani –‘ Een boeddhistisch mantra over compassie.
Boom
In de krant gebruiken ze net zoals op tv `teasers’: ultrakorte, intrigerende vooruitblikken die je verleiden om verder te kijken. Trouw plaatste op de voorpagina een prachtig kopje om een artikel verderop, in een katern, aan te kondigen: Een carrière als boom.
Ik was gehaast en las `Een carrière als een boom’. Dat roept iets heel anders op dan `Een carrière als boom’, waaruit maar weer eens blijkt hoe belangrijk de lidwoorden zijn. Maar dit terzijde.
Ik zag direct voor me wat daarmee werd bedoeld: een mooie loopbaan, waar de ene stap logisch volgde op de andere. Waar de basis – de leerjaren, eerste baan – heeft gezorgd voor een stevige worteling, en waar de volgende functies met elkaar een stevige stam creëren, steeds verder de hoogte in. De laatste baan is tenslotte de kroon van de boom en van de carrière.
Een imponerende boom, een brede eik of een stevige kastanje. De eigenaar van de carrière kan trots een stap achteruit doen en met haar hoofd in haar nek omhoog kijken naar die wijd vertakte top.
Ik bladerde verder en las het bijbehorende artikel. Dat ging niet over zakenmensen of politici. Maar over figuranten in een opera die een boom moesten uitbeelden. Meedoen in een creatief proces, urenlang stil staan op het podium, met bladeren in je haar genieten van de muziek. Als dat geen topcarrière is.
Tijger, tijger
Het is een drukke straat, met in het midden een trambaan. Links en rechts schieten de auto’s voorbij, en in de spits staan ze stil. Hier en daar staat een miezerige boom naar adem te snakken.
Er is weinig ruimte voor voetgangers, die moeten over een smalle stoep hun weg zoeken, dicht langs de huizen. Die huizen zijn hoog en er is niets opmerkelijks aan te zien, behalve misschien dat ze allemaal dezelfde vuilgrijze kleur hebben.
Voor een raam zit een tijger, levensgroot en levensecht. Hij kijkt langs het opzij geschoven gordijn naar buiten, naar de auto’s en mensen. Onbeweeglijk stoïcijns. Zelfs zijn snorharen trillen niet. Hij is gemaakt van pluche, maar wil dat niet weten.
Elke dag zit hij daar, hij heeft een taak. Hij voegt een glimlach toe aan een omgeving die onzichtbaar is van alledaagsheid.