Buiten is alles wit, de straat, de tuinen. En het blijft ook wit: de struiken hebben al dagenlang een dikke sneeuwpruik.
Als de zon schijnt, glimmert de bevroren sneeuw alsof er diamantjes in zitten. En ’s nachts schijnt er een wit, mysterieus licht zo de slaapkamer in, een coproductie van maan en sneeuw.
Het is alsof sneeuw de sprookjesachtige laag die vlak onder de werkelijkheid ligt, maar die meestal verborgen blijft, zichtbaar maakt.
Geen wonder dat ik als kind zo dol was op sneeuw.
Voor wie in sneeuwsferen wil blijven: lees eens het mooiste wintersprookje: `De sneeuwkoningin’ van Hans Christiaan Andersen.