Ik lees het nog een keer, het staat er echt: “deze aardbeien in balsamico geven een perfecte smaakexplosie in de mond”.
Smaakexplosie – een populair woord, ik kom het vaak tegen in receptenrubrieken en artikelen over eten. Ook de alomtegenwoordige tv-koks gebruiken het graag om te beschrijven hoe exquise, hoe fantastisch een gerecht smaakt.
Een smaakexplosie – als ik me voorstel wat dat letterlijk betekent, lopen de rillingen over mijn rug. Je eet een onschuldige, maar heerlijk rijpe aardbei en er ontploft een bommetje in je mond. Bah. Een uit elkaar gebarsten, rood druipende aardbei tegen een gepijnigde tong: dat is toch geen aanbeveling?
Terwijl smaakexplosie eigenlijk gewoon een synoniem is van lekker. Vroeger zeiden we dat de zoete frambozen, de jonge asperges, de nieuwe aardappeltjes `lekker’ waren. Of zelfs `ontzettend lekker’.
Nu is dat te weinig indrukwekkend, te gewoon.
Daarom laten we tegenwoordig liever bommetjes ontploffen. Maar wat ik me afvraag: straks heeft elk gerecht, elke vrucht en groente een smaakexplosie. Bóring. Dan wordt het dus tijd voor nog meer enthousiasme. En is na al die bommen dan nog een overtreffender trap mogelijk?