Je bent een roman aan het schrijven en je denkt dat jij, als auteur de route uitstippelt. Dat jij bepaalt hoe het verhaal zich ontwikkelt. Wat er met de personages gebeurt. Een tragisch einde, een uit de hemel vallende gelukkige afloop –deus ex machina – of een traditioneel eind-goed-al-goed, met alle losse draden netjes aan elkaar geknoopt.
Vergeet het maar.
Als het verhaal eenmaal op stoom is gekomen, worden de personages wakker. Ze rekken zich uit, kijken om zich heen en grijpen het stuur. Als auteur heb je het nakijken terwijl de spelers in het verhaal er met de plot vandoor gaan.
De mooie wendingen die je hebt verzonnen, worden gedwarsboomd. De personages hebben er geen zin in, ze herkennen zich niet in wat jij hebt bedacht.
Verklaren kan ik het niet, maar het is echt waar: het verhaal schrijft zichzelf. Aan het begin kan ik het einde nog niet zien. En halverwege kan alles zichzelf veranderen. Precies dat maakt het zo spannend en avontuurlijk om te schrijven.