Is het je al opgevallen? Het is bijna onmogelijk geworden om ergens nog een simpele workshop te volgen. Korte verhalen of interviews schrijven, singer-songwriter zijn, aquarelleren, politiek actief worden, groen leven, gewoon kritisch de wereld bezien: allemaal te leren via masterclasses.
Ik weet niet wanneer die hausse aan masterclasses precies is begonnen, het valt me nu opeens op. Ik weet wel dat een masterclass eigenlijk bedoeld is als iets heel exclusiefs. Een – vaak – openbare les, gegeven door een top-expert aan de allerbeste studenten in hun vakgebied, bijvoorbeeld jonge veelbelovende violisten of klassieke zangers aan het begin van hun carrière.
De suggestie van de huidige, overal aangeboden masterclasses is dus dat ze speciaal zijn. Stuk voor stuk bijzondere, uitdagende lessen voor de aller- allerbesten, gegeven door een meester-schrijver, of een meester-singer-songwriter. Daar krijg je als student een leerervaring die je nergens anders kunt krijgen.
Slimme marketing. Denk ik. De huidige masterclasses (lees: workshops) zijn immers vaak voor iedereen toegankelijk, of hij nu een uitblinker is of niet. En de docent is meestal, nou ja, gewoon een docent. Wellicht goed in haar vak, en echt wel iemand van wie je iets kunt leren, maar niet perse een meester onder meesters.
Is dat erg? Waarschijnlijk niet. Er zijn zo veel woorden die gedevalueerd raken, masterclass is daar gewoon een van. Toch is er één vraag waar ik mee blijf zitten: als je nou een echt, echt bijzondere les organiseert, met een wel heel bijzondere leraar, hoe prijs je die les dan aan? Super-workshop? Master-of-the-universe-class?