In deze paasweek valt het extra op dat Albert Heijn zijn brood aanprijst als `Liefde en passie brood’. Dat klinkt geweldig, ikzelf ben een van die consumenten die als een blok voor zo’n marketingkreet valt.
Want brood gebakken met liefde en passie, dat roept een hele reeks aangename beelden op. Van een bakker die misschien ooit bankier was, maar nu zijn roeping volgt en glimlachend en zingend de ganse dag en nacht in een gezellige bakkerij met een bankje bij de voordeur en een veldboeket in de vensterbank staat te mengen, te kneden en te vormen. Alles handmatig, er komt geen machine aan te pas, zelfs de oven is hand- (en hout-) gestookt.
Het eerlijke meel heeft de bakker zelf gehaald bij de molenaar, een ex-reclamejongen die ook het licht heeft gezien en zijn passie volgt. Het water komt uit de eerlijke put verderop in het dorp, en de enige andere ingrediënten zijn een beetje zout, gist en heel veel liefde en passie.
Ja, die liefde en passie die doen ‘t ‘m. Als je je tanden in zo’n knapperige korst zet, dan proef je het: liefde en passie, onbeschrijfelijk heerlijk. Niet te vergelijken met middle-of-the road fabrieksbrood.
Toch knap, dat de reclamejongens van deze supermarktketen met slechts drie woorden – liefde-en-passie – zoveel positieve associaties weten op te roepen voor brood dat heel gewoon met duizenden tegelijk eenvormig en machinaal in de fabriek wordt gemaakt. Ik ben benieuwd of de fabrieksdirecteur ook zijn (of haar) passie volgt.